Koor

In het koor zijn prachtig gemetselde kruisribgewelven te zien. Er zijn drie traveeën. In het middelste gewelf zijn nog twee gaten te zien, waar vroeger de luitouwen van het priesterklokje doorheen gegaan zijn.

De koorwanden waren zowel aan de buitenkant als aan de binnenkant wit gestuukt. Dit is weggehaald tijdens de restauratie van de jaren dertig in de vorige eeuw. Daarbij kwam een aantal nissen te voorschijn. In de spitsboognis in de zuidoosthoek heeft waarschijnlijk een wasbekken gestaan. De priester kon hier na afloop van de mis handen en vaatwerk wassen. Deze piscine (of lavabo) had vermoedelijk een afvoer recht omlaag in de fundering, zodat geen resten van de hostie en de wijn op het kerkhof terecht kwam.

In een aantal plavuizen in het koor zijn afdrukken van poten zichtbaar. Vroeger dacht men aan duivels poten, echter de van klei gemaakte plavuizen lagen buiten te drogen en wellicht liep er een beest overheen.

Tijdens restauratiewerkzaamheden in de Tweede Wereldoorlog ontdekte men een grafkelder in het koor. Tevens vond men 80 cm onder de huidige vloer een lemen vloer, waarop een dikke laag tufsteen puin ligt. Zaten hier de steenhouwers te werken tijdens de bouw van de kerk?

 

Agenda

Nieuws